Het verslavende effect van alcohol

Alcohol is een verslavende stof die inwerkt op het beloningssysteem in de hersenen en zo een prettig gevoel veroorzaakt. Bij langdurig gebruik kan tolerantie optreden en bij plotseling stoppen kunnen onthoudingsverschijnselen ontstaan. Welke factoren kunnen er nog meer meespelen bij het ontstaan van een verslaving en wat staat er over alcoholverslaving in de DSM-5?

Expertisecentrum Alcohol

Deze pagina is gemaakt door het Expertisecentrum Alcohol. Met wetenschappelijke kennis helpt het expertisecentrum professionals gezondheidsschade door alcohol terug te dringen. Op zoek naar informatie voor jezelf of een ander? Kijk op alcoholinfo.nl.

Blijf op de hoogte

Met de nieuwsbrief van het Expertisecentrum Alcohol:

E-mailadres(Vereist)
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Heeft u een vraag?

Stuur ons een mail
Expertisecentrum Alcohol

Invloed op beloningssysteem

Bepaalde delen van de hersenen spelen een rol bij motivatie en het ervaren van plezier. We noemen deze delen samen het 'beloningssysteem'.

Prof. dr. Erik Scherder over de verslavende werking van alcohol in het brein. (zie 02:21)

Dopamine
Neurotransmitters zijn stoffen die een rol spelen bij de overdracht van prikkels in de hersenen. Dopamine is de belangrijkste neurotransmitter in het beloningssysteem. Dopamine zorgt voor het gevoel van beloning dat ontstaat bij bijvoorbeeld eten, drinken en seks. Alcohol stimuleert - net als andere verslavende middelen - de afgifte van dopamine. Hierdoor geeft het drinken van alcohol een prettig en euforisch gevoel [1]. (Lees hoe de prikkeloverdracht verloopt in de werking van het zenuwstelsel.)

Serotonine
Alcohol heeft ook een stimulerend effect op de productie van serotonine in het brein. Serotonine is een stof die onder andere invloed heeft op de stemming, de slaap en het geheugen. Serotonine geeft net als dopamine een prettig gevoel en daarnaast ook een gevoel van verbondenheid met anderen.

Ontstaan van verslaving
Alcoholverslaving kan ontstaan doordat mensen de positieve gevoelens, die dopamine en serotonine veroorzaken, steeds vaker opnieuw willen beleven en daarom steeds meer en vaker bier, wijn of sterke drank gaan drinken.

Lees ook de Folder over hersenen en verslaving van de Hersenstichting.

Tolerantie voor alcohol

Bij langdurig gebruik van alcohol kunnen de hersenen zich aanpassen en minder gevoelig worden voor dopamine. Eenzelfde hoeveelheid alcohol maakt op den duur steeds minder dopamine vrij. Er treedt gewenning op en de hersenen worden ‘tolerant’ voor alcohol. Je zult dus steeds meer alcohol moeten drinken om hetzelfde effect te blijven ervaren.

Daarnaast neemt bij langdurig gebruik van alcohol ook het aantal dopaminereceptoren (ontvangers) af, waardoor nog meer alcohol gedronken moet worden om de belonende effecten te ervaren.

Onthoudingsverschijnselen

De hersenen raken bij langdurig drankgebruik gewend aan de aanwezigheid van alcohol. Als iemand dan stopt met drinken, kunnen er onthoudingsverschijnselen optreden [2]. Dit kan variëren van trillen en een rusteloos, onbestemd gevoel (dysforie) tot sterkere verschijnselen zoals een delirium tremens. Door plotseling te stoppen met drinken treden er veranderingen op in het dopaminesysteem, waardoor er een tekort aan dopamine in de hersenen ontstaat. Hierdoor kunnen ook depressieve gevoelens ontstaan. Mensen met een alcoholverslaving gebruiken alcohol om zich prettiger te voelen, maar ze hebben de drank voor een deel ook nodig om zich ‘normaal’ te voelen en geen last te hebben van onthoudingsverschijnselen.

Andere oorzaken voor verslaving

We kunnen concluderen dat de werking van de hersenen een grote rol speelt bij de ontwikkeling van een verslaving. Maar niet iedereen is even gevoelig voor de belonende werking van een middel als alcohol. Sommige mensen ervaren veel sterkere positieve effecten van alcohol dan andere en zijn daardoor meer verslavingsgevoelig. Hierbij kunnen ook nog andere factoren een rol spelen, zoals genetische aanleg of het meemaken van traumatische gebeurtenissen op jonge leeftijd. Al jong beginnen met drinken lijkt ook de kans op verslaving op latere leeftijd te verhogen.

Biopsychosociaal model
Ook sociale factoren kunnen een rol spelen bij de ontwikkeling van een verslaving. Denk aan de invloed van vriendengroepen, problemen op school of werk en relatieproblemen. Verslaving kan dan ook het beste gezien worden als een stoornis die ontstaat door een combinatie van biologische, psychologische en sociale factoren. Deze factoren zijn onderdeel van het ‘biopsychosociaal model’. Dat is een model van het menselijk functioneren, waarin aandacht is voor biomedische aspecten, maar ook voor psychologische en sociale factoren die mede bepalend zijn voor het verloop van een ziekte - zoals verslaving - en het genezingsproces.

Alcohol in de DSM-5

De DSM is een handboek voor de classificatie van psychische stoornissen. Hierin zijn ook een aantal problematische patronen van alcoholgebruik opgenomen. Lees meer over stoornissen in het gebruik van alcohol volgens de DSM-5 (V).

Meer informatie

Gerelateerde pagina's

Nieuws

Links

Referenties

  1. Gardner, E. L. (2011). Addiction and brain reward and antireward pathways. Chronic Pain and Addiction30, 22-60.
  2. Trimbos-instituut/CBO (2009). Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van alcohol. Utrecht: Trimbos-instituut/CBO.